Hoop

© Ds. A.R. Warnar van den Berg
Preek Kerst 25-12-2025

Hoop
“En wat als je later dood bent, en het blijkt allemaal niet waar te zijn? Dan ben je je hele leven met de kerk bezig geweest en blijkt er helemaal geen hemel te zijn!”
Ik was zeventien, net theologie gaan studeren in Utrecht. Overigens nog zonder enig plan om in de kerk te gaan werken. En mijn korfbalcoach stelde me deze vraag. Ik had hem een paar jaar eerder ook al als coach gehad en kende zijn manier van doen. Prikkelen, soms een beetje tegen het irritante aan, iemand met een grote mond, maar – als het puntje bij het paaltje kwam – een klein hart en zorgzamer dan hij zelf toe wilde geven.
Maar ik was zeventien, nog altijd een beetje bleu, en werd overvallen door deze vraag. Ik kwam in mijn antwoord niet verder dan een beetje mompelen dat ik nog helemaal niet wist of ik wel in de kerk zou gaan werken. En, toen hij aan bleef dringen, dat als ik dood was en er niets bleek te zijn, ik waarschijnlijk ook geen last zou hebben van het besef dat er geen hemel was. Hij geloofde blijkbaar net zo weinig van mijn woorden als ikzelf op dat moment, want hij bleef een beetje stoken: “Geef nou toe, dat zou toch zonde zijn van je leven? Dan heb je daar al die tijd in gestoken voor niets!”

Een paar weken later ging ik naar de kerstnachtdienst. Dit keer niet in de gemeente waar ik normaal naar de kerk ging, maar in Delft, in de Nieuwe Kerk. En daar moest je altijd vroeg zijn, anders was het vol. Dus ik zat in de kerkbank te wachten tot het zou beginnen en zag iemand binnenlopen die op mijn coach leek. Met dit gesprek van een paar weken eerder nog in het achterhoofd, dacht ik dat ik me vergissen moest. Maar toen ik na afloop naar mijn fiets liep, kwam ik hem wel degelijk tegen. Dus zei ik stomverbaasd tegen hem: “was doe jij nou hier?!”
Alsof het de normaalste zaak van de wereld was en hij me niet net verteld had dat de kerk zinloze tijdsbesteding kon zijn, antwoordde hij dat hij daar elk jaar kwam. Om daarna toe te geven dat hij er niet veel meer van geloofde, maar dit voor hem bij kerstavond hoorde. Want, en daar gaat het me vanavond om: het gaf hem hoop.
Misschien ben je hier ook wel vooral voor de herinnering aan de kerstdagen zoals je die van huis uit ooit meegekregen hebt. Of misschien is het wel een last waarmee je opgezadeld bent, zoals iemand het me onlangs toevertrouwde, waar je ook niet helemaal los van kunt komen. Misschien kom je hier voor de muziek en het samen zingen. Of voor het kerstverhaal dat je altijd een warm gevoel geeft. Hoe dan ook: ik beloof je dat ik vandaag niet bij de uitgang stomverbaasd zal vragen wat je hier deed. Het is fijn hier samen te zijn. En wat zou het mooi zijn, als we hier met elkaar hoop kunnen vinden.

De wereld geeft lang niet altijd reden tot hoop, vaak gebeurt eerder het tegenovergestelde. Al denken sommige mensen dat ze de hoop zelve zijn. Keizer Augustus bijvoorbeeld. Zijn rijk was groot. En na een periode van onrust en interne conflicten, was onder zijn keizerschap de rust weer teruggekeerd. Hij werd geprezen om zijn Pax Romana, deze Romeinse Vrede. Wat natuurlijk concreet betekende dat er vrede was zolang je binnen de kaders van de keizer bleef, niet al te kritisch was en keurig je belastingen betaalde.
Over Augustus’ geboorte werden grootse verhalen verteld. Van de zon die verduisterd werd en twaalf adelaars die om baby Augustus heen cirkelden. Dat gebeurde veel in die tijd: over grote, machtige mannen werden bijzondere geboorteverhalen verteld. Om daarmee te zeggen: zie je wel, deze man is voorbestemd als keizer, voorbestemd als legergeneraal of voorbestemd tot andere grootse daden.
Dat is van alle tijden. Er zijn ook in onze tijd wereldleiders die zichzelf als redder voor de mensheid zien, of door anderen zo worden bestempeld. Over hen vertellen we misschien geen bijzondere geboorteverhalen meer, maar bij een verijdelde aanslag is het ‘God zelf’ die hen beschermt. De strijd die ze voeren is die van ‘een echte christen tegen de westerse goddeloosheid’. Of ze zien onder hun eigen leiding de oudtestamentische profetieën in vervulling gaan. Ik verzin dit niet: deze uitspraken hebben het nieuws de afgelopen jaren gehaald.

Lucas sluit daarop aan in zijn evangelie. Hij sluit aan op de Grieks-Romeinse traditie van geboorteverhalen die in zijn tijd keer op keer verteld worden over belangrijke figuren. Maar terwijl hij over Jezus’ geboorte vertelt, wordt ook alles anders.
Het lijkt in de eerste verzen alsof Augustus alles bepaalt, alsof zijn macht oneindig ver reikt. Hij gebiedt een volkstelling in Israël, en dus moet iedereen op weg, hoogzwanger of niet. Zijn heerschappij is vol pracht en praal. Hij laat zichzelf aanspreken als de goddelijke keizer Augustus en gebruikt – ook in Israël – de term ‘heer’, waarmee hij lijkt te willen concurreren met de aanspreektitel van de God van Israël. In inscripties wordt hij vanwege zijn heerschappij over het Romeinse Rijk, ‘bevrijder van de hele wereld’ genoemd.
Maar tegenover deze heer wordt in de Bijbel een andere ‘Heer’ gezet. En tegenover die zogenaamde Romeinse bevrijder die vooral veel volken aan zijn gezag onderwierp, zingen de engelen voor de herders van een ander soort Bevrijder. Dit geboorteverhaal wordt niet gemarkeerd door een machtsteken van adelaars en zonsverduistering, maar vindt ’s nachts plaats in de stal en krijgt een voederbak als wieg. Er is niets prachtigs of pralerigs aan deze geboorte, maar eenvoud en soberheid. Niet geboren met een gouden lepel, maar een naakte kwetsbaarheid middenin de harde realiteit.

Aan het begin van het verhaal lijkt het alsof keizer Augustus de macht in handen heeft, maar Lucas laat ons iets anders zien. Augustus kan bevelen geven, waardoor iedereen moet optrekken, maar ondertussen regeert God door het kleine en het marginale. Niet het machtige Rome, maar Betlehem. Het dorp waar God eeuwen eerder ook al voor het kleine koos. Niet de oudste zoon met een krachtige uitstraling, maar de jongste zoon David, die nog maar een kleine herdersjongen was, moest gezalfd worden om koning van Israël te worden. God toont zijn stralende heerlijkheid niet aan de keizer van Rome, of aan zijn bewindsvoerder over Syrië, maar aan eenvoudige herders in het veld. En de engelen zingen van vrede op aarde – een heel ander soort vrede dan de Pax Romana waar keizer Augustus om geprezen werd.
Tekenend zijn de namen die we in de profeet Jesaja lazen, namen die betrekking hebben op de komende Messias. Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst – dat zijn de namen van de ideale koning. Niet van een koning die rekent op eigen kracht, maar van een koning op wie Gods Geest rust. Het is een totaal andere manier van regeren dan keizer Augustus doet, of dan zoveel wereldleiders in onze tijd doen.

God brengt vanuit de hemel een tegenbeweging op gang. Er zijn allerlei machten die anderen klein maken, maar God kiest voor het kleine en maakt het groot. Er zijn allemaal mensen die zichzelf als verlosser zien, die denken dat zij een godsgeschenk zijn, en dat iedereen hen zou moeten aanbidden. Maar God laat zijn Zoon geboren worden op een plek waar alle eerbied en ontzag ontbreken.
God komt op onverwachte plekken. En onvermoede mensen, zoals de herders in het veld, krijgen daar het eerst wat van te zien. Zij zullen dit kind niet herkennen aan grootse machtstekenen, maar aan de eenvoud: het kind is in doeken gewikkeld. God handelt in het leven van gewone mensen en dat kleine leven kan Hij tot iets groots maken.
En dat is een hoopvolle boodschap. Het kan lijken alsof de machtigen der aarde alles bepalen, alsof wereldleiders die last hebben van grootheidswaan de wereld naar hun knoppen kunnen helpen, en grote milieuvervuilers zich kunnen blijven mengen in de politiek, alsof tech-reuzen alles beïnvloeden. Maar ik geloof dat in het kleine leven van gewone mensen, God regeert. En zomaar wat nu klein is en betekenisloos lijkt tot iets groots kan maken.

Soms, als ik bijvoorbeeld uit moet leggen wat ik eigenlijk de rest van de week doe, behalve op zondag; of als het preekschrijven niet lukt en de woorden leeg en hol voelen, alsof ik mezelf nog moet zien te overtuigen dat het waar is – soms overvalt me dan weleens die opmerking van mijn coach: wat als het allemaal voor niets is? Wat als ik mijn leven lang geloof in iets dat er niet is?
Maar het lukt me niet te denken dat zonde van mijn tijd is. Al zou ik mijn hele leven straks bezig geweest zijn met iets wat niet waar blijkt te zijn – wat ik overigens niet kan geloven, dan zou ik hier natuurlijk niet staan, maar stel dat –  dan zou ik wel mijn leven bezig geweest zijn met hoop. En als iets mijn tijd en moeite waard is, dan is het wel de hoop.
De hoop dat de Augustussen van deze wereld niet zoveel macht hebben als ze denken. De hoop dat een grote stad als Rome niet van grotere betekenis is dan een klein dorp als Betlehem. De hoop dat wat in de marge gebeurt levensveranderend kan zijn. De hoop dat kwetsbaarheid niet iets is om je voor te schamen, maar waar redding te vinden is. De hoop dat de hemel open kan gaan en de aarde in een heel nieuw licht gezet kan worden. De hoop dat deze wereld niet in handen is van mensen die verlangen naar macht, maar in de handen van God die de wereld zo lief heeft dat Hij zijn Zoon geeft.
En als we met die hoop naar buiten gaan, dan is dat niet zinloze tijdsbesteding. Maar het begin van een nieuwe wereld, de geboorte van het Licht. Dan is het echt Kerst.
Amen.

terug

Agenda

Haghakerk

wo 31 dec 2025 om 19.30 Oudejaarsavond

Moetsje en Ferbine

vr 02 jan 2026 om 9.30

Haghakerk

zo 04 jan 2026 om 9.30 Koffiedrinken

Haghakerk

zo 11 jan 2026 om 9.30

Kleine Kerkenraad

wo 14 jan 2026 om 19.30

Adventskalender

 

Website

Samen maken we de website en onze Facebookpagina up-to-date en levendig!
Daar hebben we hebben we jullie inbreng bij nodig. Heeft u/ heb jij een bericht voor deze website? Een mooie foto, of moet er iets gewijzigd worden?
Stuur dan je bericht in een mail naar: websitepknheeg@gmail.com


 

×